Het begon al toen we in Paramaribo de staatsbus richting Albina wilden nemen. We stonden te wachten en plots riep er iemand "Albina". Een hele hoop mensen stormde richting de bus, en wij erachteraan natuurlijk. De mensen gooiden hun bagage in de bus, duwden en trokken om erin te geraken en na 5 seconden zat de bus vol... zonder ons.
Gelukkig hadden we snel ander vervoer en konden we beginnen aan een 3 uur durende rit. Het grootste deel van de baan was verschrikkelijk slecht aangelegd, maar dat was geen probleem voor de chauffeur hoor: racen maar! Van links naar rechts over de baan, hard remmen, half in de goot rijden of net in het midden van de baan en dan plots naar links, want er komt een tegenligger aan,... alles om zoveel mogelijk putten te ontwijken. En dan begon het nog eens ontzettend hard te regenen, maar ook geen probleem hoor voor de chauffeur: blijven racen!
Ik voelde me alles behalve op mijn gemak (mama: dit zou ook echt niets voor jou geweest zijn :D).
Met rug- en hoofdpijn kwamen we uiteindelijk aan in Albina, waar we naar de douane gingen voor onze eerste stempel (uit-Suriname). Hierna gingen we met een korjaal naar de overkant, naar Frans-Guyana, waar we onze tweede stempel kregen (in-Frans-Guyana). Even rondgewandeld op de plaatselijke markt, iets gegeten en dan kon onze terugtocht beginnen: stempel drie (uit-Frans-Guyana), met de korjaal terug naar de overkant en stempel vier (in-Suriname).
Na opnieuw 3u in een racende auto te zitten, kwamen we uitgeteld thuis aan en was ik nog net in staat om dit blogbericht te schrijven!
Annelies
een avontuur om hopelijk niet meer te herhalen!
BeantwoordenVerwijderen